Door Ds. Arie van der Maas
In het eerste deel van dit drieluik schetste ik een viertal punten die, op basis van mijn ervaringen van de afgelopen jaren buiten de kerk, voor mij de kern vormen waar het voor bedrijven en organisaties op aan komt, om vitaal uit de huidige economische crisis te geraken: Focus op corebusiness, innoveren, samenwerken en durven stoppen met onderdelen die niet meer werken. Vervolgens schetste ik een viertal punten die in mijn visie cruciaal zijn voor het kerk-zijn in de komende jaren. Een uitwerking van drie van deze punten volgt in dit tweede deel. In een derde artikel, dat medio oktober in Kerk in Beeld verschijnt, zal ik nader uitwerking geven aan het vierde punt: vernieuwing van de structuur van de kerk.
Concentratie op de kern
Jezus Christus verkondigde aan het volk van Israël het nabijkomen van het Koninkrijk van God met daarbij de oproep om te leven als bewoners van dat Rijk. “Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is”. Apostelen, met Paulus voorop, hebben deze verkondiging van Jezus, na zijn kruisdood en opstanding, ook buiten Israël laten horen. Daarbij zijn ze Jezus’ boodschap steeds sterker gaan verstaan als nauw verbonden met de komst, het leven, sterven en opstaan van Christus zelf. Daaruit zijn christelijke gemeenten ontstaan, daaruit is de kerk gegroeid.
In de eeuwen die volgden zijn altijd twee brandpunten in het christelijk geloof van belang geweest: Het persoonlijk vertrouwen dat de Liefde van God zich ook over jou uitstrekt (heilszekerheid) en de consequentie die dat heeft voor de praktijk van het leven (goede werken). Die twee dingen bij elkaar is geloven. Discussies over de volgorde en het gewicht van deze twee heeft de eeuwen door kerkelijke en theologische gemoederen dikwijls bezig gehouden. Bij mijzelf groeit het inzicht dat we in persoonlijk en gezamenlijk geloven beide aspecten nadrukkelijker als kern en in hechte betrokkenheid op elkaar op de voorgrond moeten plaatsen zonder ze tegen elkaar uit te spelen of te laten spelen. De helderheid en de gulheid van het evangelie mag verkondigd worden. Tegelijkertijd dienen we ook datgene waartoe we geroepen worden, wat mij betreft met ernst en liefde, in te vullen. Geloven geeft veel, maar het vraagt ook veel.
Bij kleiner wordende geloofsgemeenschappen zal het naar mijn overtuiging steeds belangrijker worden dat de leden van de gemeenschap zich in de samenleving inzetten door positief christelijk gedrag waardoor, als het kan, verschil gemaakt wordt: Werken van barmhartigheid; liefde betoon; inzet voor sociale gerechtigheid; omzien naar een ander, vergevingsgezindheid, dienstbaarheid, afzien van macht, zelfopoffering. Misschien wel samen te vatten als: genieten van wat je gegeven is en daar anderen in laten delen. Leerling zijn of discipel schap van Christus (waarin het woord discipline zit!) zal steeds belangrijker worden. Daarbij is de kerk een middel, weliswaar belangrijk, maar niet het doel. Het gaat om het Koninkrijk van God zoals Christus dat verkondigde en waaraan hij zelf gestalte gaf. Wat heeft de gemeente van Christus te doen? Waartoe is zij op aarde? Om (het evangelie van) Jezus Christus te leven en te beleven. “Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.”
Gebed
Mijn indruk is dat, wat met een woord van psalm 25 wel genoemd wordt, ‘vertrouwelijke omgang met God’ voor veel mensen, ook in de kerken, in de loop van de jaren op de achtergrond is geraakt. Niet voor iedereen en niet altijd, maar simpeler gezegd: bidden beperkt zich voor veel mensen tot de voorbeden en het stil gebed op zondagmorgen in de kerk. Als je al naar de kerk gaat. Tegelijkertijd is er niet alleen een verlangen bij velen naar intensiever geestelijk of spiritueel leven, maar is er ook het verlangen van God om met zijn mensen in gemeenschap te leven. God is een God van het Woord, en wil woorden niet alleen spreken maar ze ook van mensen horen. Het is aan de kerk om mensen voor te gaan en ruimte te bieden, opnieuw of voor het eerst, te leren bidden. Daarbij hebben we dikwijls
nogal wat schroom te overwinnen. Schroom naar elkaar en misschien ook wel naar God. Maar een intensief gebedsleven is in de christelijke traditie van alle eeuwen een centraal onderdeel van geloven geweest. Gebedsleven verbindt ook de twee brandpunten die ik eerder noemde, de heilszekerheid en de goede werken. Op dit punt zouden we wat kunnen leren van de Engelse taal waarin het woord ‘worship’ de gemeenschap met God, gebedsleven en het doen van goede werken op een meer ‘vanzelfsprekende’ manier verbindt. Een vergelijkbare verbinding zit trouwens ook in het Hebreeuwse ‘dabar’ dat zowel daad als woord betekent.
Van belang vind ik hierbij wel op te merken dat gebed in de wereldwijde traditie van de kerk nooit alleen maar het individueel uitgesproken vrije gebed is, dat we vaak zo moeilijk vinden. Ook het vieren van de liturgie, het zingen van psalmen en andere liederen (wat dubbel bidden is zoals Maarten Luther al zei) en het steeds weer beproeven van nieuwe en als nieuw klinkende oude gebedsteksten, horen daarbij. De woorden van het Onze Vader bijvoorbeeld kunnen soms in de beleving wat afgesleten geraakt zijn door veelvuldig gebruik in de kerk of bij de maaltijd. Het opnieuw en doorleeft gaan bidden van die woorden die Christus zelf ons gaf kunnen echter helpen om te komen bij de kern van alle gebeden: “Uw Koninkrijk kome…”
Eén van de eerste crises in het bestaan van de kerk vond plaats aan boord van een schip, op het meer van Galilea. Een storm stak op en het schip dreigde te vergaan. Jezus bleef rustig, sterker nog, Hij sliep op het achterdek. De leerlingen schudden hem wakker en riepen: “Heer, help ons, we dreigen te vergaan”. De zee kwam tot rust en de leerlingen ook. Het schip hervond koers. Misschien moeten we de Heer wel eens wat vaker wakker schudden en aanroepen. Best kans dat we dan ook zelf wat vlotter wakker worden, opstaan en met rust in hart en ziel de koers hervinden.
Samen geroepen
De tijd is echt voorbij dat we ieder in ons eigen hoekje kerkje kunnen houden. Zowel het evangelie zelf, als ook de noodzaak om met missionair elan in de samenleving naar buiten te treden, vragen om hernieuwde kennismaking en samenwerking van christenen op lokaal en regionaal niveau. In de Protestantse Kerk wordt verkend, soms enthousiast en soms voorzichtig, of en hoe gemeenten in een bepaalde regio meer voor elkaar zouden kunnen betekenen. De vraag die zij elkaar zouden moeten stellen is: hoe kunnen wij samen meer betekenen voor onze roeping, namelijk het leven en beleven van Jezus Christus in deze samenleving? Deze vraag moet echter niet alleen in het verband van de Protestantse Kerk klinken. De tijd is meer dan rijp om in eigen dorp, stad of wat verdere omgeving met uitgestoken hand en luisterend oor (de mond met eigen mening en oordeel misschien nog even thuis latend) mede christenen op te zoeken, die hun kerkelijk thuis wellicht in een net wat andere traditie en beleving hebben gevonden. Ik pleit voor een vernieuwde lokale en regionale oecumene, waarbij we bruggen proberen te bouwen naar en met groepen in de Evangelische beweging, de Rooms Katholieke kerk, en andere Protestantse kerken van welke reformatorische of vrijzinnige signatuur dan ook. Niet om zo snel mogelijk tot eenwording van kerken en geloofsgemeenschappen te komen. Dat is menselijkerwijs gesproken op korte termijn onmogelijk en misschien ook niet goed.
Mooi is het om te zien (of is het te weinig zichtbaar?) dat in een aantal dorpen het juist diakenen zijn die al bruggetjes aan het bouwen zijn, over kerkgrenzen heen. Bijvoorbeeld tussen diaconieën van een Protestantse gemeente en een Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt. Zij hebben een vernieuwde gezamenlijke roeping ontdekt in het bijstaan van steeds meer mensen in onze samenleving die onder de armoedegrens terecht komen. Dat de diakenen de rest van de gemeenten hierin voor mogen gaan, wat mij betreft. Zowel in het samenwerken als ook in het bezigzijn met een belangrijk kernpunt van het geloof. Iemand schreef eens: als er weinig meer overeind zou kunnen blijven van kerkelijk leven zijn er twee dingen waar het op aan blijft komen: gebed en diaconaat. “Wees barmhartig…”.
In Zeeuws Vlaanderen en in andere regio’s groeit inmiddels samenwerking tussen gemeenten van de Protestantse Kerk. Het is belangrijk de mogelijkheden daartoe verder te
onderzoeken en daarbij vooral ook gericht te zijn op een hoger doel: een hernieuwd en fris, missionair, hoorbaar en zichtbaar worden van Jezus Christus en Zijn verkondiging van het Koninkrijk van God.
En daarbij: Zou het niet mooi zijn om bijvoorbeeld in Zeeuws Vlaanderen, maar misschien ook in andere regio’s, op een passend moment, bijvoorbeeld in de weken na Pinksteren, in ieder dorp en iedere stad een lokale samenkomst van christenen te beleggen. De Protestantse Kerk, maar liever nog direct in samenwerking met andere kerken, nodigt alle mensen in het dorp of de wijk uit, van welke gezindte of kerkgenootschap ook, om een middag of avond op een bepaalde locatie bijeen te komen. In kerk, dorpshuis of feestzaal. Om elkaar eens de hand te drukken. Om eens kennis te maken. Om eens te horen wat hij of zij die je alleen maar kent van gezicht, uit de straat of de buurtsuper, belangrijk vindt in leven en geloven. Om te horen hoe het met hem of haar gaat. Om eens te beleven dat er meer mensen in je omgeving zijn dan je dacht, die zich betrokken weten bij het voortbestaan van een christelijke gemeenschap en de doorwerking van Gods Koninkrijk in de samenleving van de 21e eeuw. Of misschien wel… om samen een hapje te eten, wat te drinken en samen te bidden. Wie weet, wat daaruit zou kunnen kiemen en groeien.
– wordt vervolg –