“Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad….” Johannes 15: 12
Enkele weken geleden werd ik opnieuw bevestigd als predikant in de Protestantse Kerk en, ook opnieuw, verbonden aan de Protestantse gemeente te Hoek. Een herbevestiging na een periode van een aantal jaren werken buiten de kerk. Over enkele maanden is het 25 jaar geleden dat ik als kandidaat (zo heette dat toen nog, nu hanteren we weer de vroegere term proponent) voor de eerste keer mocht voorgaan in een kerkdienst. Dat was in mei 1989 in de Goede Herderkerk in Terneuzen. In 25 jaar is veel veranderd, in de samenleving, in de kerk en ook in mijzelf. Sommigen zeggen wel eens dat geloven moeilijker is geworden. Ik weet dat nog niet zo zeker. In zekere zin is het naar mijn inzicht juist steeds eenvoudiger aan het worden. Waarbij ik wel moet toegeven dat dit eenvoudige niet alleen een ons geschonken gave maar ook een hele opgave kan zijn.
In 25 jaar – als ik de studietijd meereken 30 – heb ik heel wat theologische en andere boeken gelezen. Ik heb talloze individuele en groepsgesprekken gevoerd en de mijlpaal van mijn duizendste kerkdienst als voorganger is al lang gepasseerd. Het bijzondere van groeiend inzicht in wat geloven betekent, is echter wat mij betreft niet dat er steeds bijkomt, maar dat er juist schillen worden afgepeld en de kern steeds meer helder wordt. Misschien zou dát trouwens, alle vervelende aspecten ten spijt, ook wel eens een zegen kunnen zijn van het steeds verder afpellen van veel kerkelijk leven. Dat de kern waar het om gaat steeds sterker in beeld komt. Zelf breng ik die kern steeds eenvoudiger onder woorden, het gaat er om dat we ieder persoonlijk, als leerlingen van Jezus en gezamenlijk als gemeente, als kerk, de Liefde van Christus communiceren.
Het is de Liefde van God, die in Jezus Christus ultiem concreet en ervaarbaar is geworden, die de uiteindelijke troost en geborgenheid geeft in leven en in sterven en het is de weerspiegeling van deze Liefde waarmee we geroepen zijn onze naaste tegemoet te treden. Zo vat Jezus in het evangelie de geboden samen: “Heb God lief met heel je hart, heel je ziel en heel je verstand en je naaste als jezelf”. Het gaat er om dat we de Liefde van Christus communiceren.
Het woord communiceren is een mooi woord, vind ik. Het draagt veel in zich dat van belang is bij het ontvangen en doorgeven van de Liefde van Christus. In het dagelijkse spraakgebruik lijkt het er wel eens op dat communiceren zich beperkt tot het spreken van woorden. Als we zeggen dat iemand goed kan communiceren dan bedoelen we meestal dat hij of zij “goed uit zijn of haar woorden kan komen”. Dit bepaalt dikwijls ook hoe we denken over het communiceren van en over het geloof, over de Liefde van Christus. Dat het dan zou gaan om het goed kunnen verwoorden, het uitdrukken in woorden van wat in je leeft aan hoop, aan geloof, aan inzicht. De betekenis van het woord communiceren reikt echter veel verder. Communicatie is een wederkerig, circulerend proces van “ontvangen” en “zenden”. Wie eenzijdig zendt en geen oor en oog heeft voor de boodschap van de ander zal niet tot geslaagde communicatie kunnen komen. Communicatie van de Liefde van Christus is het in- en uitademen van die Liefde. Je open stellen om te ontvangen, in eigen hart, ziel en verstand doorleven en vervolgens ook weer uitademen. En dat uitademen, het op eigen wijze zenden van dat wat ontvangen is, kan soms met woorden zijn maar juist ook de non-verbale communicatie (houding, daden, gelaatsuitdrukking, gedrag…) is sterk bepalend voor geslaagde communicatie. Waar gaat het in de kern om? Het communiceren van de Liefde van Christus. Ontvangen en zenden, inademen en uitademen, leven op de adem van het Woord en de Geest.
En ja, dan herbergt het woord communiceren ook nog andere mooie betekenissen die raken aan de essentie van leven en geloven. In communiceren klinkt ook communio, gemeenschap. In communiceren klinkt ook communie, het delen, het delen van brood en wijn, de ultieme handeling van het delen van de Liefde van Christus in de kring rondom de Tafel. Het delen, het delen van brood en wijn, dat onlosmakelijk verbonden is met diaconaal delen waarin de Liefde van Christus concreet wordt. “Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben, zoals ik jullie heb liefgehad.”
Ds. Arie van der Maas
lente 2014